Gepaneerde schnitzels

Wanneer je in de winkel gepaneerde schnitzels koopt zijn deze altijd al flink voorgekruid en helaas dus érg zout. Gelukkig is het zélf paneren van een schnitzel helemaal niet moeilijk, en nog leuk om te doen ook. Ik snijd de schnitzels altijd in een paar kleinere stukken, omdat ik het leuk vind om een aantal stukjes vlees per persoon te serveren. Je kunt de schnitzel natuurlijk ook in z'n geheel paneren en bakken. Natuurlijk is er ook niets mis mee om eens een kleiner stukje vlees op te dienen. Als het maar lekker is!



Ingrediënten:
2 varkensschnitzels
paneermeel
1 ei
bloem
versgemalen peper
ongezouten braadboter
eventueel vleeskruiden zonder zout

Bereiding:
Leg de schnitzels een halfuur voordat je ze wilt bakken uit de koelkast, zodat ze op kamertemperatuur kunnen komen. Snijd daarna de schnitzels in drie stukken en dep ze heel goed droog. Kruid ze met peper.
Doe de paneermeel, het ei en de bloem in 3 verschillende, ondiepe schaaltjes.
Haal de schnitzels om beurten eerst door de bloem, dan door het ei en dan door de paneermeel. Maak de boter heet in een hete pan en schroei de schnitzels snel aan beide zijden dicht. Zorg ervoor dat de boter goed heet is, anders worden de schnitzels te vet. Bak de schnitzels, afhankelijk van de dikte, in 5-10 minuten mooi goudbruin.

Wanneer je gekruide paneermeel gebruikt, is kruiden met peper voldoende. Pakjes (gekruide) paneermeel bevatten veel zout. Heb je geen zelfgemaakte paneermeel? Verkruimel dan een aantal natriumarme beschuiten. In dat geval kun je de schnitzels kruiden met vleeskruiden zonder zout óf de kruiden door de beschuitkruim mengen.

Gepaneerde schnitzels nemen meer vet op dan naturel schnitzels. Wil je ze minder vet, haal dan de schnitzels alleen door (gekruide) bloem, en niet door het ei en de paneermeel. Ze worden dan wel iets minder sappig. Bak ze kort zodat ze niet te droog worden.

1 opmerking: